Tijd: 15:25 uur
Spreker: Klaas Knot
01-11-2012 - Vanmiddag heeft President Knot een speech gehouden tgv de uitreiking van de
Christiaan Huygensprijs, een jaarlijkse wetenschapsprijs die ditmaal Econometrie en Actuariaat als thema had.
Dames en heren, geachte collega-wetenschappers, geachte vertegenwoordigers van de financiële sector en alle overige aanwezigen die de Christiaan Huygensprijs een warm hart toedragen en, uiteraard, geachte genomineerden,
Het is nu ruim vier jaar geleden dat de zakenbank Lehman Brothers ten onder ging en de Verenigde Staten en Europa in een acute crisis werden gestort. Het is een crisis waarvan het einde nog niet in zicht is, ook al zijn we als overheden en toezichthouders druk doende om economie en financiële sector te stabiliseren. Maar het zal een tijdrovend en een uitdagend proces zijn, want deze crisis is meer dan een bankencrisis. Dit is een crisis die tot in alle haarvaten van ons stelsel gaat. Door massief geld in de economie te pompen lijkt een herhaling te zijn voorkomen van de Depressie van ruim 80 jaar geleden. Maar deze banken- en schuldencrisis krijgt extra gewicht door de vergrijzing waar we in Europa nu allemaal mee te maken krijgen.
Hoog opgelopen tekorten, vraaguitval, geschonden vertrouwen in combinatie met de vergrijzingsgolf die op ons afkomt, dwingen ons tot ingrijpende aanpassingen op het gebied van de solidariteit, pensioenen en zorg.
Het zijn uitdagingen die van ons wijsheid en moed verlangen. Het zijn uitdagingen die dusdanig groot zijn dat beleidsmakers, financiële sector, toezichthouders en wetenschappers eendrachtig moeten samenwerken. Want hoewel een nieuwe Depressie lijkt te zijn afgewend, bevinden we ons nu op veelal onbekend terrein. Wetenschap en wetenschappelijk onderzoek zijn essentieel om ons, beleidsmakers, te helpen bij het maken van de juiste beleidskeuzes.
Het is een onzekere tijd, dames en heren, maar u weet: in elke crisis steekt ook een kans. We kunnen teruggaan naar de zeventiende eeuw om inspiratie uit te putten. Die periode was ten minste even onzeker als waar we nu doorheen moeten. Europa schudde op haar grondvesten door godsdienstoorlogen en rivaliteit tussen opkomende staten. Maar juist toen werd een nieuwe tijd ingeluid door een voorhoede van mensen die geen zekerheid zochten in het geloof en bestaande dogma's, maar in het zelfstandig denken en in systematische proefnemingen.
De overlevering maakte plaats voor de eigen ervaring; naast de deductieve wijze van kennisvergaring kwam een nieuwe werkwijze te staan - één waarin inductieve vaardigheden werden ontwikkeld en getoetst. Daarbij moest men de moeilijke vraag beantwoorden hoe uit losse waarnemingen en metingen die men tijdens experimenten had gedaan een algemeen geldige gevolgtrekking voor alle verschijnselen kon worden getrokken.
De diepgaande veranderingen die toen dankzij de wetenschap werden bewerkstelligd, worden betiteld als een Wetenschappelijke revolutie die een cesuur sloeg met de tijd van de Middeleeuwen. De Verlichting werd geboren. Het primaat van de Rede was een feit en dat zou de wereld radicaal veranderen.
Het bijzondere aan deze Wetenschappelijke revolutie is dat zij niet van Britse, Franse, Duitse of Nederlandse makelij was. Zij was van Europese makelij. Zo was Copernicus van Poolse afkomst; Bacon, Harvey en Newton waren Britten, Descartes en Pascal waren Fransen, Keppler en Leibniz Duitsers, Galilei en Malphigi Italianen en Christiaan Huygens een Nederlander. 'Er werd een wereld van ideeën geschapen', schreef de Italiaanse wetenschapshistoricus Paolo Rossi, 'waarin er geen grenzen bestonden.
Het was een geleerdenrepubliek die zich maar moeizaam een eigen wereld schiep te midden van politiek-sociale omstandigheden die steeds moeilijk, vaak dramatisch, en soms tragisch waren.'
De Nederlandse wetenschapper Christiaan Huygens hoort in dat rijtje van illustere pioniers in de moderne wetenschap beslist thuis. Huygens heeft niet alleen belangrijke vindingen gedaan op het terrein van het
slingeruurwerk en de telescoop. Want er zijn maar liefst vijf wetenschapsgebieden die aan hem en aan zijn werk schatplichtig zijn: Actuariaat en econometrie, Theoretische en toegepaste natuurkunde, Astronomie en ruimtewetenschappen, Informatie- en Communicatietechnologie en Economische wetenschappen.
Actuariaat en econometrie, waar de Christiaan Huygensprijs zich dit jaar op richt, zijn wetenschapsgebieden die kunnen worden gekenschetst als het in getallen uitdrukken van de relaties tussen economische grootheden. Het is de wetenschap van het economisch modelleren, waarin technieken uit de wiskunde, de waarschijnlijkheidsberekening en de statistiek van vitale betekenis zijn. Het is met deze technieken dat de economische verbanden worden geschat.
De Griekse wijsgeer Pythagoras had de overtuiging dat alles getal is. Met andere woorden: alles wat er is, land, leven, water, heeft zijn bestaan te danken aan getallen. Hoewel de heersende mening ongetwijfel is dat er eerst mensen waren voordat getallen uitgevonden werden, stelt Pythagoras zich op het omgekeerde standpunt: het zijn de getallen die ons, mensen, hebben uitgevonden.
Getallen en daarmee wiskunde, zei Pythagoras, is de natuurlijke taal van de goden. Het gaat er hier niet zozeer om of Pythagoras gelijk had. Waar het volgens wetenschapshistoricus Ernst Peter Fischer om gaat, dat is dat getallen net als tijd en ruimte een grondvoorwaarde voor het menselijke denken zijn. Net zo min als wij kunnen denken zonder ruimte en tijd kunnen wij niet denken zonder getallen. Zo wijzen de woorden 'Zählen en Erzählen' - tellen en vertellen - op de gezamenlijke oorsprong van tellen en vertellen.
Ook voor de Nederlandsche Bank zijn getallen een grondvoorwaarde voor ons denken,
voor ons beleid en voor onze besluiten. Inderdaad, ook wij proberen de werkelijkheid in getallen te vatten en we proberen met 'getallen te vertellen'.
Het was rond 1970 dat econometristen De Nederlandsche Bank betraden. Dat was te danken aan Wim Duisenberg, die er toen nog werkte in de rol van directie-adviseur voor bijzondere economische aangelegenheden. Op basis van de ervaring die hij eerder had opgedaan bij het Internationaal Monetair
Fonds, stelde hij voor om econometristen aan te trekken. Zij waren, volgens notities van zijn hand uit die tijd, noodzakelijk om meer en beter kwantitatief gericht onderzoek te kunnen verrichten.
De directie onder leiding van president Jelle Zijlstra kon zich vinden in de voorstellen van Duisenberg. De komst van econometristen bij de Bank was dus een heus directiebesluit. De nadruk lag toen vooral op econometrisch en monetair onderzoek. Er werden onder meer deelstudies opgestart naar de methoden van seizoencorrectie, de
vraag naar geld, internationaal kapitaalverkeer, en de hypotheekmarkt; onderwerpen die nog steeds relevant zijn.
De econometrie heeft zich sindsdien stormachtig ontwikkeld. Vele nieuwe modellen zijn ontwikkeld.
Deze ontwikkeling is ook te zien in het modelinstrumentarium van de Bank. Zo werd in 1984, op basis van econometrische deelstudies, het eerste macro-econometrische model van de Bank gepubliceerd. Dat was Morkmon, het Monetair Reëel Kwartaal Model voor Nederland (MORKMON). Dit model en zijn opvolgers worden sindsdien gebruikt voor beleidssimulaties en het maken van voorspellingen.
Maar econometrische technieken en beleidssimulatie mogen dan sinds 1970 een immense vooruitgang hebben doorgemaakt, perfect zijn ze niet. Want hoe gedetailleerder de informatie over de toekomst, hoe discutabeler die wordt. Daarom worden in de beleidsvoorbereiding de uitkomsten van modellen altijd gecombineerd met een dosis gezond verstand, net als in de wetenschap.
Econometrie wordt binnen de Bank breder ingezet dan bij het maken van voorspellingen met grote modellen. Denk aan terreinen als de huizenmarkt (wat zijn de mogelijke effecten van de afspraken in het regeerakkoord), nieuwe regels voor banken (wat zijn de mogelijke gevolgen voor de kredietverlening?), conjunctuuranalyse (hoe sterk zal de Nederlandse economie de komende kwartalen groeien?; is er een omslag op komst?).
Bovendien wordt econometrie door de Bank ook toegepast bij het analyseren van enquêtegegevens.
Een voorbeeld is de vraag of huishoudens die tijdens de financiële crisis spaargeld hadden bij een instelling die failliet is gegaan of staatssteun heeft ontvangen, hun spaargeld nu meer over instellingen spreiden; dat blijkt het geval te zijn. In alle gevallen helpt het gebruik van econometrie tot het komen van kwantitatieve uitspraken.
Kortom, econometrie is voor de Bank een bron van kennis, inzicht en methodiek om onze analyses en ons beleid op te baseren. Econometrie en actuariaat zijn een onmisbare wetenschap voor de Bank. Zonder die wetenschap en zonder de basis die Christiaan Huygens er in de zeventiende eeuw voor heeft gelegd, zou De Nederlandsche Bank niet meer effectief kunnen opereren.
Het doet me dan ook deugd dat dit jaar de Christaan Huygensprijs wordt uitgereikt aan één van de vier mensen die met succes een promotieonderzoek hebben afgerond.
De vier genomineerden zijn:
Stephan Smeekes.
Stephan's onderzoek gaat over de toepassing van bootstrap technieken bij tijdreeksen-analyse. Bootstrap technieken hebben als voordeel dat ze vooral bruikbaar zijn bij kleine steekproeven, wat bij uitstek het geval is in de macro economie.
Bart Diris.
Bart heeft in zijn onderzoek gekeken naar het lange termijn beleggingsbeleid van institutionele beleggers. Hij laat zien dat, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, het risico van beleggen in aandelen op lange termijn niet lager hoeft te zijn.
René Haijema
Rene heeft zich in zijn onderzoek verdiept in zeer grote multi-dimensionale Markov beslissingsproblemen. Zijn slimme algorithmen kennen vele praktische toepassingen, zoals het modelleren van verkeersstromen en bederfelijke voorraden.
Borus Jungbacker
Borus levert met zijn onderzoek een waardevolle bijdrage aan de literatuur over het schatten van dynamische modellen via de state space benadering. In zijn proefschrift worden methoden ontwikkeld voor het schatten van hele grote en niet-lineaire modellen.
Het onderzoek van deze vier en dat van hun collega’s bij de Bank en andere instellingen in de wereld, is van vitale betekenis voor de noodzakelijke vooruitgang die we zullen moeten maken. Econometristen zijn ons eigentijdse equivalent van de zeventiende-eeuwse geleerdenrepubliek. Bart Diris, Rene Haijema, Borus Jungbacker en Stephan Smeekes zijn met hun baanbrekende promotieonderzoek dan ook de waardige erflaters van Christiaan Huygens. Hulde!
Ik dank u voor uw aandacht.
Voeg een reactie toe
Wij raden u aan om reacties te gebruiken om interactie met gebruikers aan te gaan, uw perspectief te delen en vragen te stellen aan auteurs en elkaar. Met het oog op het hoge niveau van conversatie dat wij allemaal waarderen en verwachten te behouden, dient u de volgende criteria in het achterhoofd te houden:
Daders van spam of misbruik zullen van de site worden verwijderd en zijn uitgesloten van toekomstige registratie naar goeddunken van Investing.com.