Laatste nieuws
Krijg 40% korting. 0
🔥 Onze door AI geselecteerde aandelenstrategie Tech-titanen is in mei al 7,1% gestegen. Koop aandelen die HOT zijn.
KORTING van 40% benutten

Speech president Knot - Machiavelli-lezing

Door Nederlandsche Bank12.02.2013 19:14
 

Datum: 12 februari 2013
Tijd: 17:00 uurLokatie: Uitreiking van de Machiavelliprijs, Den Haag
Spreker: Klaas Knot

Den Haag 12 februari 2013 – President Knot heeft ter gelegenheid van de uitreiking van de Machiavelliprijs
een lezing gehouden over het spanningsveld tussen transparantie en vertrouwelijkheid waar De Nederlandsche
Bank als toezichthouder en verantwoordelijke voor monetair beleid voortdurend mee te maken heeft.

De volledige speech vindt u hieronder.

Machiavelli-lezing Klaas Knot, Nieuwspoort Den Haag, 12 februari 2013
Niccolò Machiavelli, de naamgever van de prijs die vandaag wordt uitgereikt,
leefde in een periode dat Europa zinderde en knetterde van energie en vitaliteit.
Het was de zestiende eeuw, waarin Columbus zijn ontdekkingsreizen maakte,
Michelangelo de Sixtijnse kapel schilderde en Erasmus zijn Lof der Zotheid
schreef. Het was een tijd waarin de nieuwe wereld op de oude kletterde.

Machiavelli was een vertegenwoordiger van de nieuwe wereld.
Hij wees de transcendente beschouwingswijze van de Middeleeuwen,
waarin God en het hiernamaals centraal stonden, af. Voor Machiavelli stond de
mens centraal en was de realisering van zijn eigen-ik enkel en alleen van hemzelf
afhankelijk. Deze revolutionaire gedachte werd in die tijd weliswaar door meer
schrijvers en kunstenaars uitgedragen, maar Machiavelli was de eerste die politiek als
een op zichzelf staande wetenschap benaderde. Wars van elk moreel en ethisch aspect stelde
hij dat politiek handelt om het doel en dat dat doel elk middel heiligt.

Machiavelli was met zijn opvattingen een man van zijn tijd: de Italiaanse
Renaissance kende een lappendeken van kleine en grote machtscentra, van
intriges, list en bedrog. De handel ging buitengaats, zodat het snelle geld zijn
intrede deed en verval en verlies van prestige op de loer lagen voor wie de
verkeerde keuzes maakte. In de Florentijnse republiek, waar Machiavelli een
fluisteraar van de heerser was, was wantrouwen de heersende geestesgesteldheid.

Ver daarvandaan, in Zeeland, Holland en Utrecht werd, min of meer nadat
Machiavelli het tijdelijke voor het eeuwige had verwisseld, een experiment
ingezet waarvoor juist de tegenovergestelde geestesgesteldheid vereist was.
Dat experiment werd door de Franse politicus en schrijver Alain Peyrefitte tot
het ethos van vertrouwen bestempeld. Het zou het fundament leggen voor een
wereldwijd handelsmonopolie en voor
een Gouden Eeuw.

Dat ethos van vertrouwen was in de Verenigde Provinciën bittere noodzaak:
er was geen centraal gezag, geen centrale geldschieter, het land was klein
en voorzien van slechts beperkte natuurlijke hulpbronnen. Er was te weinig land
en voedsel, maar er was wél wind en water en er was sprake van een collectieve
weigering tot fatalisme. Bovendien hadden de mensen er een ongebreidelde
vrijheidsdrang om zich tegen buitenlandse machthebbers als de Spaanse vorst te
verzetten.
Men was tot gemeenschappelijk succes veroordeeld om de overheersers van het
lijf te houden. Rente op krediet werd toegestaan en bleek een ongekend effectief
smeermiddel om dynamiek en economische vooruitgang aan te jagen. Ook voerde
men het aandeel als eigendomsbewijs in. Daarmee kon je participeren in een
onderneming en zo mede-eigenaar worden van bij voorbeeld een schip van de
VOC. Tegen een relatief beperkt risico deelde je zo mee in de winst.
Onderling vertrouwen werd het belangrijkste ruilmiddel. Je gaf vertrouwen en je
kreeg er succes voor terug.

Uit dat volkskapitalisme, dat in principe voor iedereen openstond, kwamen
solidariteit voort, gedeelde belangen, gedeelde winst en gedeelde risico's en dus
een gemeenschappelijke behoefte aan een economische en maatschappelijke
ordening. De Britse ambassadeur in Den Haag, William Temple, zou in 1672 over
de Republiek schrijven dat zij kon rekenen op 'The Envy of some, the Fear of
others, and the Wonder of all their Neighbours'.

Maar een ethos van vertrouwen is geen onveranderlijk DNA van een land of
maatschappij. Het duurt lang om het te krijgen, maar er is niet veel tijd voor
nodig om het te verliezen.
Dat gold ook al in de Gouden Eeuw. Het ethos van vertrouwen kon de eerste
bubbel in de financiële markten – en dan heb ik het natuurlijk over de tulpenmanie
in 1637 – niet voorkomen. Sterker nog, ook wantrouwen en crisis zijn
onlosmakelijk met het succesmodel van de Gouden Eeuw verbonden.

In de afgelopen tien jaar van deze eeuw is in ons land het ethos van vertrouwen
stevig onder druk komen te staan. Er ontstond een andere tijdgeest.
Het publieke debat in Nederland werd veel scherper en de rol en het gezag van
instituties kwamen steeds meer ter discussie te staan. Voor de financiële sector
was uiteraard 2008 bepalend, toen de kredietcrisis uitbrak. En toen die vervolgens
uitmondde in een bankencrisis, en daarna de schuldencrisis, was de
vertrouwenscrisis in de financiële sector compleet. Die vertrouwenscrisis stelt ook
De Nederlandsche Bank, die in 2014 zijn tweede eeuwfeest zal vieren, voor een
grote uitdaging. Want hoe om te gaan met het aangeslagen vertrouwen in
instituten als het onze?

En dat brengt mij op communicatie. Communicatie is namelijk een sleutelbegrip
als het gaat om dat o zo belangrijke vertrouwen. Als onderdeel van die nieuwe
tijdgeest die ik zojuist noemde, is er een communicatiemaatschappij ontstaan met
oneindig veel platforms en kanalen waarlangs door iedereen gecommuniceerd
wordt. Door een samenleving die, terecht, steeds hogere eisen stelt in de zin van
transparantie en accountability. Een samenleving waarin een publieke instelling
niet meer wegkomt met de mededeling “Gaat u maar rustig slapen, wij doen wat
goed voor u is”, maar haar autoriteit steeds weer moet verdienen. Dat geldt zeker
ook voor ons als centrale bank en toezichthouder, die in onafhankelijkheid
opereert. Wij beseffen dan ook dat wij geen gelegenheid voorbij moeten laten
gaan om uit te leggen wat wij doen, hóe en waaróm.
Maar daar doet zich in ons geval vervolgens wél een dilemma voor, want als 3
centrale bank en toezichthouder zullen wij namelijk nooit volledig kunnen
beantwoorden aan de eisen van transparantie en accountability.
Wij hebben namelijk een wettelijke geheimhoudingsplicht. Die plicht én het besef
van transparantie die de samenleving van ons verlangt leveren ons vaak een
worsteling op. Ik zal u deze tegenstelling toelichten aan de hand van twee van
onze belangrijkste beleidsterreinen: het toezicht en het monetair beleid, die zich
van oudsher goeddeels achter de schermen afspelen.

Het toezicht speelde zich tot 2008 op een enkele uitzondering na grotendeels
buiten de belangstelling van de publieke opinie af. Maar dat veranderde in 2008-
2009, toen een aantal banken, ook in Nederland, in de problemen kwam ten
gevolge van de kredietcrisis. Die problemen hebben niet alleen het vertrouwen in
de financiële sector, maar ook het vertrouwen in De Nederlandsche Bank als
toezichthouder geschaad. Dat zagen wij bijvoorbeeld in een enquête van ons uit
2011, waaruit naar voren kwam dat sinds 2006 het maatschappelijk vertrouwen in
De Nederlandsche Bank als instelling was gedaald van 91 naar 66 procent.
En ook al was dat nog altijd fors hoger dan het vertrouwen dat de bevolking heeft
in de politiek of het bedrijfsleven, voor ons was het een punt van zorg.
Want als het vertrouwen taant, brokkelt het draagvlak af en neemt de effectiviteit
van het beleid af.
En minstens zo belangrijk: dan kan ook de stabiliteit van het financiële stelsel in
het geding komen, inclusief die van de banken die daarvan deel uitmaken.
Wij hebben de gebeurtenissen van 2008 dan ook aangegrepen om in de jaren
daarna zowel ons eigen functioneren als ons beleid als toezichthouder tegen het
licht te houden en aan te scherpen. Maar wij hebben uiteraard ook gekeken naar
de wijze waarop en wát wij daarover communiceerden; want zonder
communicatie geen vertrouwensherstel. Maar de worsteling waarover ik het
zojuist had, zal blijven bestaan, want die is inherent aan onze taken.

Er bestaat brede maatschappelijke overeenstemming over de wenselijkheid van
meer transparantie in het toezicht. Ter illustratie: zo’n 80 procent van de
ondervraagden uit ons onderzoek vond dat de toezichthouder het publiek vooraf
moet informeren als een bank in problemen verkeert.

Hoewel ook wij de wenselijkheid van meer transparantie zonder meer
onderschrijven, is het zinvol nog even kort stil te staan waarom er überhaupt
sprake is van een wettelijk verankerde geheimhoudingsplicht.
Ten eerste kan openbaarmaking van problemen bij een bank, als die nog achter de
schermen kunnen worden opgelost, een escalatie teweegbrengen.

Ten tweede moeten de instellingen die bij ons onder toezicht staan de zekerheid
hebben dat concurrentiegevoelige informatie bij ons in goede handen is en niet op
straat komt te liggen. Bovendien, om goed toezicht te houden, is goede informatie
nodig. Informatie, die wij, als wij uit de school zouden klappen, misschien nooit
meer krijgen.
Dat gezegd hebbend, ervaren wij de geheimhoudingsplicht zoals wij die tot nu toe
kennen, in sommige gevallen als knellend. Wij zijn meer dan vroeger geneigd om
bij gerede twijfel het voordeel bij transparantie te leggen. Zo zijn we vorig jaar,
mede naar aanleiding van een aanbeveling van de commissie-De Wit, een project
gestart om te bezien hoe DNB publiekelijk meer inzicht kan bieden in de
gezondheid van financiële instellingen.
Een tweede kernactiviteit van De Nederlandsche Bank waar communicatie
essentieel is maar waar wij ook aan vertrouwelijkheid gebonden zijn, is het
monetaire beleid, en dan komen wij op het terrein waarvoor ik als President van
De Nederlandsche Bank primair verantwoordelijk ben….
Weliswaar ligt het primaat voor dat beleid in Frankfurt bij de Europese Centrale
Bank, de ECB, maar de presidenten van de daarbij aangesloten nationale centrale
banken bepalen in de Raad van Bestuur mede het rentebeleid.
Anders dan bij het toezicht is de communicatie op dit terrein verder ontwikkeld en
geïnstitutionaliseerd. Sinds Wim Duisenberg als eerste het presidentschap van de
ECB op zich nam, houdt de ECB maandelijks een persbijeenkomst om het
rentebeleid toe te lichten. Die bijeenkomsten zijn vooral gericht op de financiële
markten, die geglobaliseerd zijn, en veel minder op de bevolking in de
aangesloten lidstaten. Dat op de markten gerichte communicatiebeleid is
succesvol. Het beste voorbeeld daarvan is de uitspraak van Mario Draghi in juli
2012, dat de ECB alles zou doen om de euro te redden, voorzover haar mandaat
dat toeliet. Die uitspraak droeg er in belangrijke mate aan bij dat de markten in
een rustiger vaarwater terechtkwamen.

Communiceren over monetair beleid met de Europese bevolking is daarentegen
veel lastiger. Het aantal pan-Europese kanalen dat voor de ECB-president
beschikbaar is, is beperkt. Het zijn dan ook veelal de nationale centrale-
bankpresidenten die van dat beleid de boodschapper zijn.
Hoewel er nadrukkelijk naar wordt gestreefd dat met één stem te doen, kan
die boodschap qua toon, accent en historische en culturele context verschillen.
Maar soms zijn centrale-bankpresidenten het simpelweg niet eens met het centrale
beleid en zouden ze dat ook onverbloemd willen laten horen.
Echter, ook al zitten ze in de Raad van Bestuur van de ECB op persoonlijke titel,
zij kunnen slechts beperkt hun persoonlijke opvatting tot uitdrukking brengen als
ze het monetaire beleid van de ECB toelichten. Zouden ze dat namelijk wél doen,
dan zou dat tot verwarring kunnen leiden en het vertrouwen onder de bevolking in
de ECB, haar beleid en de munt kunnen schaden. Dit is dan ook de reden waarom
de ECB geen notulen van haar vergaderingen publiceert.
Daaruit zou immers eventueel verschil van mening kunnen blijken, en door het
publiek worden ingekleurd welk lid van de Raad van Bestuur bij welke
onderwerpen nationale, dan wel Europese belangen behartigt. En dat is expliciet
niet de bedoeling. Want uiteindelijk deelt iedere centrale-bankpresident, ongeacht 5
zijn persoonlijke opvatting, een gemeenschappelijk doel: de steun en het
vertrouwen behouden van de publieke opinie.
Want dat biedt de legitimatie die zowel de ECB als de nationale centrale banken
nodig hebben om hun onafhankelijkheid voor nu en voor de langere termijn zeker
te stellen.

Maar afgezien van dat eigenbelang is er nog een andere reden waarom de ECB,
en daarmee ook de aangesloten nationale centrale banken, zich in hun
communicatiebeleid sterker en vaker moeten richten op de publieke opinie.
Uit onderzoek verricht in 2010 blijkt dat het publiek ook van de doelstellingen van
het monetaire beleid van de ECB maar een beperkt beeld heeft. Dat heeft soms
met interesse, soms met het kennisniveau te maken. Een ruime meerderheid van
de ondervraagde burgers is bekend met het feit dat prijsstabiliteit de belangrijkste
doelstelling van de ECB is. Maar men veronderstelt dat de ECB voor elke lidstaat
een afzonderlijke inflatiedoelstelling heeft geformuleerd, terwijl de werkelijkheid
is dat de ECB één doelstelling voor de hele Eurozone vaststelt en daar haar
monetaire beleid ook op afstemt. Dat kan in de praktijk betekenen dat de ECB
voor de eurozone als geheel haar inflatiedoelstelling realiseert, maar dat de mate
van geldontwaarding in de lidstaten onderling uit de pas loopt.

Voor de ECB is die discrepantie vanuit beleidsmatig oogpunt goed te verklaren en
ook acceptabel, maar op nationaal niveau kunnen die verschillen het vertrouwen
in de ECB en haar beleid ondermijnen. Maar dit beperkte beeld dat het publiek
heeft, laat ook zien dat de complexiteit van waar wij ons als centrale bankiers
dagelijks mee bezighouden, zich niet gemakkelijk laat toelichten en uitleggen.
En, daarmee, dat wij ons op nationaal niveau nog meer moeten inspannen om
om ons beleid en de betekenis daarvan voor de burger in de eurozone in klare taal
uit te leggen.

Ik heb u aan de hand van twee van onze belangrijkste beleidsterreinen een indruk
proberen te geven van enkele van de beperkingen waarop wij stuiten op het gebied
van communicatie. Aan de ene kant streven wij ernaar transparant te zijn en
verantwoording af te leggen, aan de andere kant zijn wij gebonden aan
geheimhouding. Maar duidelijk mag ook zijn dat wij ons daar niet zonder meer bij
neer leggen. Wij zijn opener geworden in onze communicatie dan voorheen en
benutten de ruimte die onze wettelijke bevoegdheden bieden optimaal.
En daar waar deze knellen en wellicht niet meer van deze tijd en opportuun zijn,
stellen we deze ook zelf ter discussie.
Daarnaast zijn wij ervan doordrongen dat wij zowel over onze taken op
toezichtsterrein als op monetair terrein, geen gelegenheid voorbij moeten laten
gaan om het grote publiek steeds weer in klare taal uit te leggen wat onze taken
zijn, en wat wél en wat niet van ons verwacht mag worden.

Tot slot zou ik nog een woord willen wijden aan Niccolò Machiavelli, de naamgever van de prijs die
vandaag wordt verleend. Voor Machiavelli is het macht om de macht en heiligt dat doel vervolgens
alle middelen. Maar voor ons gaat het om bewuste inzet van middelen omwille van een maatschappelijk doel.
Voor óns zijn toezicht, maar ook het monetaire beleid, middelen om financiële stabiliteit te bewaken,
te vergroten of te herstellen, om daarmee het fundament te leggen voor duurzame economische groei.
Daar is het ons uiteindelijk om te doen.

Dank u.

Voeg een reactie toe

Richtlijnen voor commentaar

Wij raden u aan om reacties te gebruiken om interactie met gebruikers aan te gaan, uw perspectief te delen en vragen te stellen aan auteurs en elkaar. Met het oog op het hoge niveau van conversatie dat wij allemaal waarderen en verwachten te behouden, dient u de volgende criteria in het achterhoofd te houden:

  • Verrijk het gesprek
  • Blijf geconcentreerd en op het goede spoor. Plaats alleen materiaal dat relevant is voor het onderwerp dat wordt besproken.
  • Wees respectvol. Zelfs negatieve meningen kunnen positief en diplomatiek worden weergegeven.
  • Gebruik standaard schrijfstijl. Voeg interpunctie, hoofdletters en kleine letters toe.
  • LET OP: Spam en/of reclameboodschappen en links in een bericht zullen worden verwijderd.
  • Vermijd godslastering, laster of persoonlijke aanvallen gericht op een auteur of een andere gebruiker.
  • Alleen opmerkingen in het Nederlands zullen worden toegestaan.

Daders van spam of misbruik zullen van de site worden verwijderd en zijn uitgesloten van toekomstige registratie naar goeddunken van Investing.com.

Schrijf hier wat u denkt
 
Weet u zeker dat u deze grafiek wilt verwijderen?
 
Post
Ook posten op :
 
Vervang de toegevoegde grafiek met een nieuwe grafiek?
1000
U kunt op dit moment geen opmerkingen plaatsen, vanwege negatieve meldingen van andere gebruikers. Uw status zal door onze beoordelaars worden geëvalueerd.
Wacht een minuutje voordat u weer een commentaar plaatst.
Bedankt voor uw commentaar. Wij willen u erop wijzen dat alle commentaren op "in afwachting van goedkeuring" komen te staan, totdat deze door onze moderators worden goedgekeurd. Het kan daardoor enige tijd duren voordat het op onze website verschijnt.
 
Weet u zeker dat u deze grafiek wilt verwijderen?
 
Post
 
Vervang de toegevoegde grafiek met een nieuwe grafiek?
1000
U kunt op dit moment geen opmerkingen plaatsen, vanwege negatieve meldingen van andere gebruikers. Uw status zal door onze beoordelaars worden geëvalueerd.
Wacht een minuutje voordat u weer een commentaar plaatst.
Voeg Grafiek toe aan Commentaar
Blokkering bevestigen

Weet u zeker dat u %USER_NAME% wilt blokkeren?

Als u dit doet, kunnen u en %USER_NAME% geen publicaties meer van elkaar zien op Investing.com.

%USER_NAME% is toegevoegd aan uw lijst met geblokkeerde personen

Omdat u de blokkering van deze persoon net hebt opgeheven, moet u 48 uur wachten om hem/haar weer te kunnen blokkeren.

Rapporteer dit commentaar

Ik vind dit commentaar

Commentaar gemarkeerd

Bedankt!

Uw bericht is ter beoordeling verstuurd naar de moderatoren
Inschrijven via Google
of
Registreren met e-mail